Petra en Martijn van Stam van de Vos benaderde mij of ik wilde assisteren bij hun workshop “Mannenbonden en Strijdmagie”.

Screenshot

De workshop vond plaats in een pakhuis vlakbij molen De Walvisch in Schiedam.Een sfeervolle plek in een pakhuis.  De omgeving van mijn voorouders, want velen kwamen uit Kethel, Schiedam en Vlaardingen. Heel passend voor een workshop die draait om de voorouders. We denken misschien dat onze voorouders de Goden voorop zetten, maar dit waren tot ver in de oudheid de voorouders, zij zijn onze eerste bron van wijsheid en inspiratie. Voorouderverering stond voorop. En voor mij nog steeds.

Een groep mannen en een vrouw verzamelden zich één voor één, nog wat onwennig in de ruimte, want nog (bijna) niemand kent elkaar. Er werd koffie gedronken met lekkers en toen was het tijd voor een krachtige openingsceremonie.

Openingsceremonie

Eén voor een kwamen de deelnemers langs “Wodan” om hun ‘wapen’ te laten bekrachtigen met een boodschap en om een rune te ontvangen van een wit wief. Altijd weer bijzonder dat als je in de energie stapt, je treffende boodschappen doorkrijgt en door kan geven. Dit doet de Stam van de Vos goed. Mooi om de gezichten te zien en de rituele sfeer te voelen. Ik voel mezelf in lichte trance komen, de energie is sterk vandaag.

Bersekers en Úlfhéðnar

Na de koffie volgt een stukje theorie, onder meer over Bersekers en Úlfhéðnar, degenen van wie werd gezegd dat ze vochten in een tranceachtige razernij, een kenmerk dat later aanleiding gaf tot het moderne Engelse woord ‘berserk’, dat ‘woedend gewelddadig of buiten controle’ betekent. Berserkers komen voor in talrijke Oudnoorse bronnen. Tijdens cultische feesten was het een gebruik dat de mannen zich hulden in berenhuiden en daarbij brachten zij zichzelf en elkaar in een heilige extase. Deze mannen worden in de literatuur dus berserker genoemd. De naam verwijst naar de betekenis van berenhuiden. Door zich te gedragen als goede strijders van Wodan, geloofde men in de goede gunsten van de onberekenbare godheid. Afhankelijk van de streek kon het berenvel ook ingewisseld zijn door een wolvenvel of hertenvel. Ook Germaanse krijgslieden brachten zichzelf in trance, waarbij het leek alsof ze dronken waren, brullend als leeuwen en in een soort hypnotische extase losstormend op hun vijanden. Ze hadden daarbij een voorbeeld: Wodan stormt door de lucht op zijn witte, achtbenige schimmel Sleipnir met in zijn gevolg een leger van overleden strijders (de einharjar) die zwart van gedaante waren. De nagalm van dit gebruik blijft bestaan in opvolgers van de Germaanse mannenbonden, die bij bepaalde gelegenheden verkleed gaan alsof ze al behoren tot het Wodansleger. Er wordt dan van Berserkers gesproken. Als wildemannen doen ze hun naam nog eer aan tot ver in de late middeleeuwen. Vooral rond de winterzonnewende (de 13 joelnachten), zo geloofde men, maakte dit leger van overleden krijgers stad en land in een wilde jacht onveilig en men deed er alles aan om ze te vriend te houden, door voedsel voor hen neer te zetten en de juiste rituelen uit te voeren. Elementen hiervan zijn nog bewaard in het Sinterklaasfeest. De schimmel Sleipnir (stro voor het paard) en Zwarte Piet als plaatsvervanger van de wildeman.

Krijgsdier trancereis

Tijdens een trancereis werd contact gemaakt met een persoonlijk krijgsdier of geestesdier. In onze contreien zijn dat vaak wolven, wilde zwijnen, bokken, wezels, marters en soms beren. Maar alles is mogelijk. De deelnemers namen plaats rondom een ‘kampvuur’ (lees kaarsen) en werden door geleide meditatie geleid tot kennismaking met het dier en sommigen leken hiermee samen te smelten. Het is interessant om de gezichten en bewegingen gade te slaan, hoe iedereen door zijn/haar eigen proces gaat. Ik kon zelfs dieren in mijn geestesoog waarnemen rondom sommige deelnemers.  Na de trancereis werd uitgewisseld wat men ervaren heeft. Verassende dieren zijn langs gekomen en veel mensen zien een uil, maar weten dat dit niet hun dier is. Grappig ik voel zo dat dat ‘mijn’ uil was.

De Koryos en mannenbonden

Tijd voor een korte lunch en daarna nog een stuk theorie over mannenbonden. Martijn vertelt over de De Koryos en andere overgangsrituelen van jonge mannen. In het prehistorische Europa en West-Azië voerden de mensen van de steppe oorlog tegen elkaar en vestigden zich volken in de vorm van rooftochten. Oorlogsvoering in de Bronstijd was ook zo. Er waren geen legers in het Neolithicum en de Vroege Bronstijd. Conflicten tussen groepen werden gevoerd door kleine krijgsgroepen die vee stalen en vrouwen ontvoerden om hun eigen stammen te versterken. Doormiddel van inwijding werden de jonge mannen in de bovennatuurlijke gemeenschap opgenomen. De jongeren ondergingen een lange en complexe krijgers initiatie op hun weg naar volwassenheid en de koryos was het hoogtepunt van dat proces.

De kerk moest nog eeuwenlang veel moeite doen om het traditionele gebruik van mannenbonden uit te roeien. Er zijn zelfs nog een paar schamele resten van het ritueel overgebleven. Na de kerstening werden mannenbonden verboden, maar dit zat inmiddels zo diep in de wortels, in de cultuur, dat dit overging in gilden. Geld betekent offer, echter het ging hier niet om ambachtsgilden maar gilden met een militaire taak, met als doel de normen en waarden te waarborgen en de positie van de onvrijen te verbeteren in het feodale tijdperk. Deze krijger- en riddergilden hadden nog een heidense mentaliteit en later kwamen hier de schuttersgilden uit voort. Ook handelsgilden werden gevormd en hier kwamen Hanzesteden uit voort.  Wodan was ook patroon van de scheepvaart en handel. Hanze betekent schaar, als in kleine groep krijgers, geen legers, maar bendes en hunzel is een heilig offer. Vele sporen leiden naar het verleden van de mannenbonden.

Krijgsmagie

Het was nu tijd voor de deelnemers om iets te overwinnen wat niet langer dient, een belemmering, blokkade of angst. In een trancereis gingen we terug naar de plek in het bos rondom het vuur. Dirkje en ik voeren als Witte Vrouwen/Idisi, de oorlogsmagie uit. We zingen de bevrijdingsgaldr/toverzang, het krachtige toverlied uit de Edda, Gróagaldr;

Als je in ketenen bent gebonden,

je ledematen vastgemaakt;

een bevrijdingslied leg ik op je

rond je benen zing ik het:

“de sloten springen los van je ledematen

en de banden los van je voeten”

Ik voelde de processen van de deelnemers en de temperatuur in de zaal liep hoog op, ik zag allerhande emoties op de gezichten en aan het einde een van ontspanning en vrede, wat is dit dankbaar om te doen.

Als feedback na de reis horen we van veel deelnemers hoe krachtig en helpend ze dit hebben ervaren.

Ik heb deze dag als heel mooi, verbinden en krachtig ervaren, en ben tegelijk heel moe. Het is hard (energetisch) werken om een groep met grote mannen en sterke vrouw te aarden en de veilige ruimte te bewaken. Ik ben dankbaar dat Stam van de Vos mij vertrouwd heeft dit te kunnen en ook ikzelf heb heel kort nog een stukje meegekregen in de laatste trancereis waarin een deelnemers mij ook mooi spiegelde. Ik mag mijn schakels, mijn kettingen loslaten, ik mag volop leven en gehoord en gezien worden, ook al vinden mensen mij dan misschien ‘te veel’ of ‘aanwezig’. Ik heb mezelf zo lang klein en stil gehouden. altijd maar rekening houden met andere mensen is doodvermoeiend. Laat ik eens rekening gaan houden met mezelf en mijn behoeftes. Iets in me wil naar voren treden, los schakels om mijn voeten, maar volop in verbinding, met anderen en ook met mezelf. Ook hoef ik niet eindeloos studies te volgen om goed genoeg te zijn, ik mag gaan vertrouwen op mijn eigen kennis en kunde.

Tot snel!

Liefs, Charissa Gerdina