Denkend dat ik me aardig los heb gemaakt van Christelijke programmering, kom ik er achter hoe het New age- denken mij nog vaster heeft gezet in allerlei begrippen en ideeën over de ziel en andere delen van ons zijn.
Tegenwoordig hebben we de neiging om aan het zelf te denken als bestaande uit twee of drie onderdelen: een lichaam, een geest en misschien een ziel. Deze paar onderdelen vormen een samenhangend geheel dat duidelijk en zuiver kan worden gescheiden van zijn omgeving, althans conceptueel. De lijn die het zelf van de ander scheidt is vrij absoluut en onveranderlijk.
Klopt het? Is er meer?
Kloppen deze concepten wel? Hoe voelt dit voor jou? Ik ben altijd zoekende geweest naar hoe dit in elkaar zit, want voor mij voelt het niet zo absoluut.
Denk bijvoorbeeld aan de begrippen Ziel en Geest. Lange tijd ben ik bezig geweest proberen deze twee uit te diepen, neem de ziel, soul komt bijvoorbeeld terug in de opleidingen die ik heb gevolgd SoulCollage® en Soul Body Fusion® en geest in Spirit Coaching®. Lichaam, ziel en geest. Is het zo beperkt? Zijn wij deze 3-eenheid of is er meer?
Terug naar voor-Christelijke tijd. Hoe ervoeren oude Germanen zichzelf? Voor mensen van deze tijd is het niet makkelijk (wellicht zelfs niet mogelijk) om werkelijk in de huid van de oude Germaan te kruipen. Hoe beleefde deze de wereld om zich heen en welk beeld had de Germaan van zichzelf in dit groter geheel? Door onszelf in bronnen te verdiepen en door inleving, alle zintuigen gebruiken en ook door bijvoorbeeld trancereizen, proberen wij te benaderen hoe onze voorouders in het leven en de wereld stonden.
Het is een lastig gegeven om los van te komen, maar hoe meer en meer ik mezelf probeer te deprogrammeren en te voelen of deze assumptie van 3-eenheid klopt, hoe meer ik ervaar dat het heel beperkt is en dat er wellicht meer aspecten te identificeren zijn.
Is dit meer volledig mensbeeld ook niet toepasbaar in ons huidige leven?
In het Noordse wereldbeeld zit het Zelf ingewikkelder in elkaar, het is geen afgebakende eenheid en bestaat uit talloze verschillende delen die allemaal semi-autonoom zijn en zich onder bepaalde omstandigheden van elkaar kunnen losmaken. Het Zelf heeft wel een overlap met lichaam, ziel en geest, maar omvat ook de positie in de gemeenschap, de rol binnen de sibbe en het Noodlot. Ook mystiek had een grotere rol in de vooroudercultus. Men leefde bij een kosmische religie met natuurlijke wetten. Geloof is vertrouwen, vertrouwen in Het Noodlot, niet zo zeer in een God of Goden, ook zij waren zijn onderworpen aan dit Noodlot (hier in een volgend artikel meer over).
Ook te bedenken dat onze voorouders niet zo individualistisch zijn zoals wij nu. De sibbe (gezamenlijke verwanten) vormde de basis van het op nut gegrondveste zedelijk handelen van de Germanen: hun levenswaarden waren dan ook niet van de sibbe te scheiden, die hun oorsprong, hun doel en de zin van hun leven vormde. Daarom was hun religie niets anders dan het zorgen voor het heil van de sibbe. Het belang van het individu was ondergeschikt aan dat van de gemeenschap. De grote momenten van het leven zijn verbonden met het mysterie dat boven het individuele uitreikt. Maar de bron van energie lag bij de Germaanse mens echter niet zozeer in het absoluut-goddelijke, maar eerder in de sibbe.
Zielsdelen
Lich, lijk, Líkamr.
‘In het vlees’ of ‘in een vorm’. Ze maken het lichaam, maar zijn niet het lichaam, net zoals een druppel niet de oceaan maakt.
Wod.
Bezieling, levensadem, een hoog opgeladen staat van zijn (denk Beserkers en bezetenheid). Wodan betekent meester van zijn Wod.
Hamr, haam.
De essentie van de ziel, het omhulsel hiervan, de dierlijke vorm die uitreedt in een diervorm. Letterlijk betekent het vorm of huid, dat wat anderen waarnemen door zintuiglijke waarneming. In tegenstelling tot ons moderne wereldbeeld is dat wat door de zintuigen wordt waargenomen echter niet absoluut en onveranderlijk statisch en gefixeerd. Er zijn vele overleveringen bekend waarin mensen hun gedaante konden aanpassen door fysieke en spirituele acties te ondernemen.
Hugr, heug.
Hugr en Munr zijn het best bekend dankzij de raven Hugin en Munin of ‘gedachte’ en ‘geheugen’. Deze letterlijke vertaling schiet echter tekort. Hugr is de actief werkende gedachte, het komt overeen met iemands persoonlijkheid en bewuste cognitieve processen. Hugr is het analytische deel van de hersenen. Hugr overlapt daarom met wat we tegenwoordig iemands ‘innerlijke zelf’ zouden noemen. De hugr blijft bij de ‘eigenaar, maar kan soms invloed hebben op anderen. Dit is met name mogelijk bij mensen met een sterke Hugr.
Munr
Munr is de artistieke, emotionele en intuïtieve kant van de geest die geworteld is in ervaringen uit het verleden, als zodanig wordt het vertaald als ‘herinnering’.
Fylgja, gevolg.
Deze entiteit blijft het hele leven bij een persoon. Als een dubbelgangster of een beschermende en voorspellende vrouw of dier. Zij is het stemmetje wat je wel eens hoort, dat stemmetje wat je advies geeft of waarschuwt voor onheil. De Fylgja reist voor de eigenaar uit, komt eerder aan op de beoogde bestemming of verschijnt in de dromen van iemand die de eigenaar de volgende dag zal ontmoeten. Deze vrouw of dier zien we zelf niet, alleen als we bijna sterven. Dit is het deel van de ziel dat weer opnieuw binnen een sibbe wordt geboren. Zo kan je bijvoorbeeld de Fylgja van jouw Overgrootmoeder bij je dragen. De Fylgja wordt vaak gemoderniseerd als ‘totem’ terwijl het volgens anderen misschien het best kan worden omschreven als het astrale lichaam…maar beiden kloppen niet.
Een totem kent namelijk geen eigenaar en is niet zo nauw verbonden dat als de persoon sterft de totem ook iets zou overkomen of vice versa.
Het astrale lichaam daarentegen is iets meer kloppend ware het niet dat de Fylgja misschien geen eigen wil heeft maar wel een eigen persoonlijkheid! De Hugr toont dan meer overeenkomst met wat wij het astrale lichaam noemen.
Mægen of Megin.
Gewoonlijk vertaald als ‘macht’, is de actieve of collectieve kracht van een individu en alle verschillende onderdelen. Mægen is wat de Fylgja en de Hamr met elkaar verbindt.
Het zijn de collectieve energieën van alle andere delen van het zelf waarvoor de Fylgja de beste match zoekt. Hoe meer al die energieën op één lijn zijn, hoe meer gefocust en krachtiger de Fylgja is.
Hamingja.
Het uitstralende geluk. Dit is een gelukbrengende schutsgeest. Het woord wordt vaak in abstracte zin gebruikt om “geluk” aan te duiden, maar het Noorse begrip van geluk verschilt sterk van het onze. Geluk, de hamingja, is een persoonlijke entiteit op zichzelf, maakt deel uit van het zelf en kan in bepaalde omstandigheden worden afgesplitst van de andere componenten van het zelf. Hamingja is geen persoonlijk geluk maar is heel nauw verbonden met de voorouders en hun collectieve daden. Als een persoon sterft, wordt zijn of haar hamingja vaak gereïncarneerd in een van zijn of haar nakomelingen, vooral als het kind de naam krijgt van de oorspronkelijke eigenaar van de hamingja, maar niet uitsluitend. De hamingja kan ook tijdens het leven aan anderen worden uitgeleend om hen bij te staan in bijzonder hachelijke missies waarbij geluk extra hard nodig is. De Hamingja wordt beschouwd als een vrouwelijke beschermgeest die boven het individu zweeft en deze begeleidt. Net als de Fylgja zou zij kunnen worden beschouwd als een eigen geest, maar het is belangrijk om te onthouden dat de Hamingja geen eigen bewustzijn heeft maar meer een soort geprogrammeerde hulp is. De Fylgja heeft een eigen persoonlijkheid en de Hamingja absoluut niet. Toch kan de Hamingja wel enkele taken zelfstandig uitvoeren. De Hamingja kan sterker of zwakker worden gemaakt door middel van goede of verkeerde acties.
Het volgende artikel wat ik ga schrijven gaat over het Noodlot. Hiervoor is bovengenoemde informatie belangrijk als basis.
Tot ziens!
Charissa Gerdina