De lente is op dit moment op z’n mooist. Alles staat in de knop of is in volle bloei. Ik geniet van de zwoele geur in de lucht en van het gevoel van de zon op mijn huid. Dag handschoenen, hallo blote benen! Er hangt een gevoel van hoop en liefde in de lucht. Mijn hart maakt sprongetjes en wil eigenlijk iedereen knuffelen, want oh wat zijn we hier allemaal aan toe. Overal worden jonge dieren geboren. De vernieuwing van het leven is in volle gang.
De Germanen en West-Slavische volkeren kenden ook een in mei gehouden vruchtbaarheidscultus. Grootse feesten werden gevierd rond op open plekken opgerichte bomen of boomstammen, die later Meibomen zijn gaan heten. Zoals de Romeinen vierden ook de Germanen in mei de zich opnieuw manifesterende groeikracht van de natuur en de overwinning van de zomer op de winter.
Het weer
De nieuwe maand begonnen we iets kouder dan normaal, maar na een klein dipje in temperatuur, loopt het kwik in het weekend weer op. Volgende week stijgt de temperatuur in het zuiden dagelijks naar waarden rond of boven 25 graden. Ook in de rest van het land is de temperatuur aangenaam met waarden ruim boven 20 graden.
Mei koel en nat
Volksrijmpje
vult de schuur en ook het vat.
Mei dreuge en heet,
Twents volksrijmpje
dat vrech verdreet.
Roept de koekoek voor 1 mei, dan voorspelt dat een vroege zomer. Heb jij de koekoek gehoord?
Oude en nieuwe meidag
Op veel plaatsen kende men tot de twintigste eeuw de oude meidag, 12 mei, een herinnering wellicht aan de Juliaanse kalender. In Friesland noemde men 1 mei de ‘nije maeije’ en 12 mei de ‘ âlde maeije’. In de Achterhoek werden koeien pas op deze oude meidag uitgedreven, maar op veel plaatsen gebeurde dit op 1 mei. De dag waarop de herders het vee naar de weiden uitdreven was een feestelijk gebeuren dat met volksgebruiken zoals het slaan met de levensroede en dansen gepaard ging.
Waterlandsche melck-boerinnen
Joost van den Vondel
Vlechten handen aen den rey,
Om te loven desen May,
Die haer lockt en nood tot minnen …
IJsheiligen
De plantjes mogen naar buiten! Het is IJsheiligen geweest. Het is een algemeen bekend gegeven dat je pas na IJsheiligen kan beginnen met het planten in de volle grond. Omstreeks deze tijd komt in West-Europa nogal eens een schade brengende nachtvorst voor. 12 mei gold als lotsdag: als het in de nacht van 11 op 12 mei vriest, kan men gedurende 40 nachten nachtvorst verwachten. Deze lotsdag is later gekerstend tot IJsheiligen, dit zijn Sint Mamertus, Sint Pancratius, Sint Servatius en Sint Bonifatius en strenge missionarissen vieren hun naamdagen op achtereenvolgens 11, 12, 13 en 14 mei. IJsheiligen is ook één van de oudste en wellicht het bekendste begrip uit de volksweerkunde. De eerste berichten over deze heren dateren van rond het jaar 1000.
De IJsheiligen ontlenen hun benaming aan het gevaar van koud voorjaarsweer voor het gewas, dat in deze tijd in volle bloei staat. Een late vorstnacht kan nu veel schade aanrichten. Het is echter niet zo dat tijdens de IJsheiligen de kans op een overgang naar koud weer groter is dan op andere dagen in het voorjaar. Abrupte veranderingen in temperatuur, die onder andere het gevolg zijn van het nog relatief koude zeewater, zijn kenmerkend voor dit hele jaargetijde en kunnen ook in juni nog voorkomen. Wel neemt na half mei de kans op vorst sterk af en aan het eind van deze maand zijn temperaturen onder nul heel uitzonderlijk. In dat opzicht markeren de IJsheiligen meestal de overgang naar een periode met een meer zomers karakter.
De Meiboom
De Meiboom wordt geplant,
Oud meiliedje
Versierd met groene kransen.
De jonkheid hand aan hand
Ziet men met vreugde dansen.
In het Oude Europa en daarbuiten was het gemeengoed dat men bomen vereerde. Bomen en planten zijn bezield. Het oprichten van een boom bij de grote jaarfeesten is een belangrijke gebeurtenis. De meiboom zal op hetzelfde oerprincipe teruggaan, het brengen van vruchtbaarheid, voorspoed en gezondheid. Een zinnebeeld van nieuw leven, een fallus symbool. De mannen halen de boom uit het bos en de krans is het vrouwelijke. Lijkt me helder wat dit symboliseert. Het plaatsen van een meiboom brengt de groeikracht van de natuur naar een centrale plaats in een dorp of gemeenschap. Vaak dansen huwbare jongens en meisjes om de boom, oorspronkelijk een rite om de vruchtbaarheid van het gewas te stimuleren.
Meitakken
Nog in het begin van de twintigste eeuw verzamelde de jeugd in de vroege ochtend onder vrolijk gezang groene meitakken, evenals mei- en andere feestbomen, oorspronkelijk zinnebeelden van het nieuwe leven of dragers en brengers van het heil. In Utrecht versierde men tot 1647 de stad met bloeiende takken die men op ‘de berch achter de Bildt’ ging halen. Van meidoorns maakten ze kransen en poorten voor hooggeplaatste personen voor zover ze favoriet waren of dorre voor minder populaire mensen. Tegenwoordig worden vooral in Limburg nog bomen opgericht door de Schutters. Uit vele grotendeels verdwenen gebruiken mogen we afleiden dat het lopen met meitakken berust op oude mei-ommegangen. Op Ameland liepen ze met een kroon die omvlochten was met madeliefjes die meibloempjes werden genoemd. Het in mei bloeiende madeliefje heette in de Middeleeuwen medesuete (maagd) en staat ook wel bekend als meizoetje, door volksetymologie tot meizoentje verbasterd.
Meidoorn
Heerlijk om de bloeiende Meidoorn te zien. Het in bloei komen van de meidoorn in mei – maar tegenwoordig al vanaf eind april – was in heel Europa een grote gebeurtenis.
De meidoorn-komste brengt de hemel op aarde
Algernon Charles Swinburne (1837-1909), vertaler onbekend
door alle lenteleven suizelt één zoet woord.
En blijder blink de hemel
want de aarde heeft gehoord.
Zodra de meidoornbloempjes zich ontpopten, werd er door onze verre voorouders gejubeld en getrouwd. Nog tot in de twintigste eeuw versierden de Grieken het huwelijksaltaar met meidoornbloesem. Bij een flinke bloeiende meidoornhaag is associatie met trouwen begrijpelijk: het oogt als één grote maagdelijke bruidssluier. Het verhaal wil dat een maagd voor altijd mooi zal blijven als ze zich op de eerste meidag besprenkelt met de dauw van de bloeiende meidoorn.
Voor wildpluk-liefhebbers en groene heksen; Alle onderdelen van de plant worden medicinaal gebruikt, van oudsher vooral bij hartklachten. De verbeterde doorbloeding van de hartkransaders en bloeddrukverlagende werking zijn inmiddels wetenschappelijk aangetoond. De jonge, lichtgroene malse blaadjes zijn rauw goed te eten, zo van de struik of in salades. De volwassen bladeren zijn te stug om rauw te eten, maar er kan wel thee van worden gezet of de bladeren kunnen gebruikt worden bij de bereiding van kruidenwijn. Je slaapt er heerlijk van.
De sterk geurende roomwitte bloesems van de meidoorn zijn te gebruiken als garnering van salades, nagerechten of drankjes. Ze kunnen ook als basis dienen voor sorbets, siroop of (mousserende) wijn. Gemengd met suiker, kunnen er andere gerechten mee worden gearomatiseerd. Begin april zijn ook de bloemknopjes als groenten te eten of in te maken op dezelfde manier als kappertjes.
Meikever
In mei komen de meikevers boven de grond waar de larven zich gedurende drie jaar hebben ontwikkeld. In Zeeland noemden men de kever meulenaertje en de kinderen lieten de kevers vliegen met een draad aan een poot en zongen:
Meulenaertje, meulenaertje,
Telt je geld.
Gaet dan nog es vliege
Anders kommen de dieven.,
De dieven nemen je mee nae ‘t veld.
Liedjes over de meikever zijn er vele en de kever was dus van belang. In het volksgeloof treedt de meikever ook op als orakeldier en in de volksgeneeskunde zijn velerlei toepassingen bekend.
Ne meikever in april, is ne zot die niet weet wat hij wil. (Brabants)
Een meikeverjaar – een goed (productief) jaar.
Tellen als een meikever – zeer nauwkeurig (lees: gierig) kunnen tellen.
Dauw en water
Meidauw is gezond en gold als schoonheidsmiddel. Dus volgend jaar allemaal hup naakt in de meidauw wentelen. Ik weet nog van vroeger dat we gingen dauwtrappen (dan wel niet naakt, want brr nog vaak wat koud); op de vroege morgen van 1 mei voor zonsopgang naar buiten waarbij we ons met bloemen versierden. Onze voorouders – en ik ken mensen die dit nog doen – gingen in de ochtenddauw van de oude of nieuwe mei naar de heilige wouden om vreugde de bedrijven.
Ook de meiregen gold als heilzaam.
Meiregen maak, dat ik groter word, groter word.
Groot-zijn, dat wens ik zo zeer.
Moedertje, als ik maar groter was, groter was,
Ik liep in de regen niet meer.
Het schijnt ook goed te zijn voor haargroei, ik ga toch bij de volgende bui maar eens buiten staan
Over buiten gesproken, ik ga lekker wandelen nu.
Geniet van al het moois buiten en to de volgende keer!
Bronnen:
Mei, De bloeimaand in geschiedenis, volksleven en literatuur – Aat van Gilst – https://uitgeverijaspekt.nl/auteur/aat-van-gilst/
http://www.oogstenzonderzaaien.nl/wiki/Hoofdpagina
Wikipedia