Heerlijk een lang Paasweekend! Vrijdagochtend treffen een vriendin en ik elkaar in de trein richting het zuidoosten, Noord Limburg. Bij elke kadeng voel ik spanning en drukte van me afglijden en een zalig vakantiegevoel overspoelt me. Na een lokale boemel komen we aan in Venray waar we worden opgehaald door een beltaxi. Geijsteren ligt heerlijk rustig gelegen vlakbij de Maas tegen de Brabantse grens.

Het is een pittoresk dorp waar veel huizen nog de gekleurde luiken uit de vroegere heerlijkheid hebben. Er zijn geen winkels en ook de enige kroeg naast de kerk is weg, want helaas uitgebrand, zo te zien rond de kerstdagen, want een restje versiering hangt er nog. De eigenaren zijn bezig een nieuwe plek te openen, helaas voor ons gaat deze pas Eerste Paasdag open. Maar ach we komen niet voor de kroeg en hoe zalig stil is het in dit dorp, behalve dan de koren van vogels die ons met luid gekwetter verwelkomen. Wat houd ik toch van deze tijd van het jaar! Alles bloeit en is zwanger met potentie. De kou is verdreven en alles begint weer te groeien. Ik voel een hernieuwde kracht en energie in mijzelf ontwaken en er hangt verandering in de lucht. Wedergeboorte zie ik overal om ons heen en voel ik in mijzelf. Het is weer tijd voor nieuwe groei.

Wij verblijven in Logement de Heerlijkheid, de voormalige pastorie, recht tegenover de kerk. Het is een heel mooie Bed & Breakfast, stijlvol en comfortabel met een gastvrije eigenaresse die ons hartelijk ontvangt.

Willibrord

We lachen, want we slapen in Kamer Willibrord. Oei als hij maar niet komt spoken om mij te kerstenen. Voor wie niet weet wie deze bisschop was, een klein stukje geschiedenis. Willibrord (circa 658 – 739) is aartsbisschop der Friezen en bisschop van Utrecht, hoewel hij hier niet geboren is, hij komt uit Engeland en reist aan het einde van de zevende eeuw naar de Lage Landen om heidenen te bekeren. Na zijn dood wordt hij heilig verklaard. De Friezen die rond 700 in het kustgebied wonen, worden door christenen gezien als heidenen. Dit volk laat zich niet bekeren, totdat de Engelse monnik Willibrord arriveert. Hij weet veel Friezen voor de christelijke kerk te winnen, al blijft een aanzienlijk deel van hen nog lang vasthouden aan hun oude geloof, tot de dag van vandaag toe.
Elke bekeerling moet een doopbelofte uitspreken. Uit de tijd van Willibrord is zo’n doopbelofte bewaard gebleven, in het Nederlands van 1400 jaar geleden. In het document staat met welke Germaanse gewoonten en gebruiken de bekeerlingen moeten breken. De belofte luidt:
Ec forsacho diabolae, end allum diobolgeldae, end ec forsacho allum dioboles wercum and wordum, Thunaer ende Woden ende Saxnote ende allum them unholdum the hira genotas, sint. Ec gelobo in Got alamehtigan fadaer. Ec gelobo in Crist gotes suno. Ec gelobo in Halogan Gast.
Ik zweer de duivel af, en alle duivelsoffers, en ik verzaak alle werken en woorden van de duivel, Donar, Wodan, Saxnot en de afgoden die hun gezellen zijn. Ik geloof in God de almachtige Vader, in Christus Gods Zoon en in de Heilige Geest.
Nee dank Willie en laat me ook in mijn slaap vannacht met rust.

Oda

De andere kamer heet Oda en wij zien een beeld van een vrouw met een ekster. Venray heeft ook een Odapark, maar wie is deze heilige? De Bed & Breaksfast heeft een aantal boeken liggen met daarin ook informatie over Oda. Oda behoort niet tot de ‘grote heiligen’. Haar devotie is nooit veel verder gekomen dan enige plaatsen in Noord-Limburg en het naar haar genoemde Sint-Oedenrode. Volgens overlevering en latere aanvullingen is Oda een Schotse prinses, die tijdens een pelgrimage naar Luik op het graf van de kort daarvoor overleden bisschop Lambertus geneest van haar blindheid. Ze keert terug naar haar vaderland waar haar vader haar wil uithuwelijken. Oda heeft echter, net als de andere heilige maagden, haar hart al verpand aan Christus. Zij belandt uiteindelijk via Rome en Noord-Limburg in het Brabantse Rode waar zij als kluizenares blijft tot haar dood in 713 of in 726. In 1731 wordt de bedevaart naar het graf van de ‘patronesse tegen de quade oogen’ door strenge plakkaten onderdrukt. Oda werd vooral aangeroepen tegen blindheid en oogkwalen. Zij was echter niet de enige heilige die hiervoor in aanmerking kwam. Haar naamgenote uit Amay gold eveneens als oogheilige, net als Lucia en Odilia van Odiliënberg. Deze Odilia zou blind geboren zijn en bij haar doop het licht in meerdere opzichten hebben gezien. Maar het kan ook zijn dat zij het patronaat tegen oogziekten te danken heeft aan het feit dat haar feestdag op 13 december samenvalt met dat van Lucia. Om de verwarring compleet te maken is er nog een tweede Odilia, een van de gezellinnen van Ursula en bijzonder vereerd door de kruisheren. In het voormalige kruisherenklooster te Kerniel (Belgisch Limburg), tegenwoordig bewoond door de zusters cisterciënserinnen, zijn nog beeldjes en hangers van Odilia als schut tegen oogziekten te verkrijgen. Het uit elkaar houden van de Oda’s en Odilia’s en de speurtocht naar hun historische achtergrond is tegenwoordig vooral een zorg van historici en heemkundekringen.

Trek

Het is inmiddels rond 2-en en we hebben best trek, want heel vroeg ontbeten, dus op zoek naar horeca. Gelukkig is er bij de camping aan De Maas een restaurant open, De Watervogel. Het is vandaag nog bewolkt en fris dus we nemen binnen plaats en genieten van een lekkere lunch.

Hierna verkennen we de omgeving en rond zessen zitten we alweer aan tafel en wel in de Bed & Breakfast, waar wij onszelf verwennen met een door de eigenaresse gekookt 3-gangen diner. Het is heerlijk. Als vogeltjes kwetteren we erop los, jeetje het lijkt wel of we elkaar al jaren niet gesproken hebben! Na het eten maken wij nog een kleine wandeling door het dorp en lopen even langs het kasteel. Moe en voldaan doen wij onze oogjes en snaveltjes toe. Het is goed slapen in het heerlijke Auping bed en ik heb gelukkig Willibrordus niet op bezoek gehad.

Stille Zaterdag

De lentezon schijnt ons uitbundig toe, hoera! De grijze wolken zijn verdreven. We treffen de Swesazzers en andere geïnteresseerden op een parkeerplaats vlakbij het kasteel. Het is een gezellige wederzien en ook een ontmoeting met een aantal nieuwe mensen. Als eerste doen we samen het kasteel aan.

Kasteel Geijsteren

Dit kasteel dateert uit de 13e eeuw en is na een grote brand in 1918 grotendeels herbouwd. Echter werd het kasteel in 1944 door de Engelsen gebombardeerd om te voorkomen dat de pas verdreven Duitsers het opnieuw als uitkijkpost zouden innemen. Het kasteel werd daarbij volledig verwoest. De ruïne is recentelijk gerestaureerd om de contouren van het kasteel weer zichtbaar te maken.

Landgoed Geijsteren

Dit 700 ha grote gebied ligt tussen Limburg en Noord Brabant en hoorde bij Kasteel Geijsteren aan de Maas, maar is in de 2e wereld oorlog helaas verwoest. Er werd begonnen in 2003 met het opmetselen van de muren van de voorburcht om zo de ruïne terug te brengen  in de staat van voor 1950 en  is weer opengesteld in 2012  voor het publiek. Het is nu vrij toegankelijk en wordt dan ook veel bezocht.

Sint Anna Kapel

De kapel staat aan de Maasheseweg aan de rand van een klein bosgebied met op ongeveer 200 meter noordelijker de rivier de Maas Het wit gestuukte heiligenbeeldhuisje is een niskapel of ovenkapel en is gebouwd op een vierkant grondplan. De zuilvormige kapel wordt gedekt door een tentdak waar in het midden een ijzeren kruis geplaatst is. Aan de voorzijde heeft de kapel een rechthoekige nis die afgesloten wordt met traliewerk. Op een klein altaartje is in de nis een kleurrijk tableau toegevoegd waarin afgebeeld wordt hoe Anna aan haar dochter Maria leesonderricht geeft. (Op het bordje ter plaatse staat echter Anna te Drieën.) De kapel dateert uit 1698. In de zomer van 2019 gleed de kapel in een sleuf en viel uiteen.

De kapel is in 2020 herbouwd maar ziet er nu anders uit. Vroeger stond de kapel ook richting het pad van en naar de Maas, nu richting de autoweg. Vruchtbaarheidsfeesten werden na de kerstening gevierd in de naam van Maria en/ of Anna en zo komt het dat de eerste kerken bewust op heidense cultusplaatsen (een bron, grot, boom,…) werden geplaatst. St Anna komt in De Bijbel niet voor en de naam Anna, of Ana, wordt beschreven als de moeder van alle goden. Volgens een mythe baarde Ana, onze voorouderlijke Grote Moedergodin van geboorte, dood en de natuur, onze aarde met al het leven er op. Haar naam ontstond vanzelf met het eerste geluid dat je hoort bij het uitademen Aaaaa… In verloop van tijd veranderde dat in Aaaa…na, Ana, Anna, An, Ann, Anu, Danu, Dana en Amma. Danu is de godin van onder meer water en rivieren, en deze Anna staat aan de oever van de Maas, toeval?

Rosmolen

Midden in het bos van Landgoed Geijsteren, staat het historisch rijksmonument “de Rosmolen”. Deze karakteristieke watermolen dateert uit 1667 en wordt nog steeds regelmatig gebruikt voor het malen van granen.De molen is, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, geen echte rosmolen. De naam komt van een boerderij in de buurt die wel een rosmolen, een molen aangedreven door een paard of ros, bevatte. Nadat deze in 1863 afbrandde is de naam overgegaan op deze watermolen. Tot ca. 1930 werd de molen voornamelijk gebruikt voor het malen van het graan van de boeren uit de omgeving voor de bakkers uit Geijsteren en Oostrum. Het molengebouw bevat een bijzonder ruitvormig rieten dak.


Op het veldje voor de molen, met uitzicht op de schaapjes, genieten wij onze lunch. Er wordt Babka gedeeld en we genieten van elkaars gezelschap en het fijne zonnetje. Ik waan me gelukkig in lang vervlogen tijden.

Kapel en put

Dan komen we aan bij het hoogtepunt van de dag, de heilige bron bij de Willibrorduskapel. Ooster, de lente-evening, is alweer even achter de rug en onze medemensen vieren morgen Pasen. Juist bij bestaande symbolen en gebruiken rondom Pasen, zien we dat er verschillende voorchristelijke elementen bewaard zijn gebleven. Symbolen in het teken van vruchtbaarheid en hernieuwing voeren de boventoon in deze periode van het jaar, wat je terugziet in bijvoorbeeld de frisse groene takken die men in huis haalt en in meer katholieke kringen zien we gebruiken met heilzaam water (Paaswater).

De broncultusplegingen in de Germaanse oudheid vonden vooral in het voorjaar plaats en hebben een weg gevonden in volkschristelijke (folklore) tradities. Paasgebruiken waarbij bronnen en putten versierd worden en waarbij in stilte water wordt geput, gaan terug tot die heidense voortijd. In Duitsland is het versieren nog altijd een levendig gebruik wat men ‘Osterbrunnen’ noemt.
Wij van Swesaz, versieren gezamenlijk de bron met voorjaarsgroen en bloemen om de belangrijkheid en heiligheid van de put te eren, juist in de deze periode van het jaar.

Volgens traditie putten wij heilzaam water. Het is een eeuwenoud gebruik om op de paasmorgen zwijgend water te putten uit een bron of uit stromend water. Dit water zou dan niet bederven en het water dat gedronken wordt sterkt zelfs de gezondheid. Water dat op heilige tijden geput wordt en wel onder specifieke voorschriften (zwijgend) wordt wel ‘heilawâc’ of ‘heilwaege’ genoemd, en geldt als bijzonder geneeskrachtig, verjongend en levengevend. We zijn dan wel een dag ‘te vroeg’, maar dat maakt het niet minder bijzonder.

De heidense bron

De Wilbertsput (omstreeks 1500) is gebouwd in een oude veenpoel met een diameter van circa 12 m. Deze poel dateerde uit de 4e en 5e eeuw na Chr. Later werd de poel door een gracht omgeven en weer later volgde een ringwal en ten slotte werd hier een kapel gebouwd. Het bos waarin de put gelegen is, is een oud grensbos. Hier in de buurt lag een uitgestrekt missiegebied van Willibrord, waar hij vele kerken zelf wijdde. Rond de middeleeuwse kapel bleven allerlei pre-christelijke gewoonten in gebruik. Er werd getrouwd op donderdag, de dag gewijd aan Donar, god van het huwelijk en nog in 1713 veroordeelde de schepenbank een inwoner ertoe om drie achtereenvolgende donderdagen naar de Willibrorduskapel te gaan met een wit laken over zijn hoofd, wit is het doodskleed, maar ook het kleed van Vrouw Holle. De datering van de poel, het voortleven van de heidense gebruiken en de connectie met de kersteningsperiode maken het waarschijnlijk dat we in Geijsteren met een gekerstende heidense bron te maken hebben.

De plek waar nu de kapel staat, is een oude cultusplaats waar ook recht werd gesproken. Dat veel mensen hier langs kwamen is nog steeds te zien aan de vele wegen die hier samenkomen. Naast de put staat een oude grenspaal. Het is één van de dertien palen die in 1551 zouden zijn geplaatst om de grens tussen het Land van Cuyk en het Land van Kessel te markeren.

Wij versieren de put met onze meegebrachte bloemen en takken en nemen daarna plaats in de kerkbanken in het kapelletje. Axnot spreekt ons toe, luidt de bel en een voor een lopen wij in stilte naar de bron en putten daar water. Ik schouw in het donkere water en vraag het water mij psychische en lichamelijke helderheid te geven, het scherp en helder kunnen zien, letterlijk en figuurlijk. Ik neem een beetje water mee voor op mijn altaar thuis, zodat ik het komend jaar nog kan aanwenden wanneer nodig en het flesje mij mag her-inneren aan deze ervaring.

Als iedereen in stilte geput heeft, lopen wij terug naar het parkeerterrein en nemen afscheid van elkaar. Met een paar vrienden ga ik nog een hapje eten in De Watervogel en kies dit maal voor asperges, deze groeien hier immers op dit moment uitbundig.

In de B&B kijken we nog een film en gaan vol mooie indrukken slapen. Helaas is Stille Zaterdag voorbij en wordt er vanuit de kerk nu luid gebeierd voor de Paasmis en ook elk half uur geeft de kerk de tijd aan. Een niet zo’n beste nachtrust dus. Het is ook nog eens Volle Maan en dat is ook een recept voor een onrustige nacht.

Eerste Paasdag

De volgende ochtend, na kopjes koffie en een zalig ontbijt (met door de eigenaresse zelfgebakken chocolade broodjes), pakken wij onze spullen en wandelen door het prachtige Landgoed en langs aspergevelden naar Venray. Hier is het uitgestorven (sowieso zijn we het hele weekend bijna niemand tegengekomen) en genieten op de Markt een drankje voor we naar het treinstation in Oostrum lopen. Laat in de middag zijn we weer thuis in Amsterdam, moe maar voldaan en immer dankbaar dat ik mag deelnemen in deze mooie groep mensen.

Tweede Paasdag is traditioneel in de vriendenkring eitjeszoekdag in Rotterdam, echter dit jaar meld ik mij af, want ben ietwat overprikkeld en heb tijd voor mezelf nodig. Zonder schuldgevoel trek ik mij terug, iets waar ik steeds beter in word, goed voor mezelf zorgen, zonder schuldgevoel en zonder mezelf op mijn kop geven. Ik vind het jammer er niet bij te zijn, zeker omdat het weer voor het eerst is sinds twee jaar, omdat het door het biervirus niet door kon gaan. Echter na 3 heerlijke dagen van ontspanning, maar ook veel input, uitwisseling en samenzijn, moet ik altijd even alleen in stilte bijtanken en de balans herstellen. Komende week weer drukke dagen op het werk, dus vandaag heerlijk nagenieten thuis en in stilte deze blog schrijven.

Ik hoop dat jullie ook een heerlijk lang weekend genieten.
Heb het goed.

Meer foto’s: https://flic.kr/s/aHBqjzL5sS

Bronnen:
Heidens Nederland – Judith Schuyf
Swesaz

Visit Noord-Limburg